Andalusië
Ik rij naar het land van de vlam hoog boven de vlakte
Waar de ziel zit gebrand in de kaal geblakerde grond
De verlaten weg door de middaglange leegte
En diep in de nacht een eenzaam jankende hond
Ja, daar wil ik leven, daar moet ik lopen
Het laatste hemd van mijn lijf verkopen
Daar zal ik drinken, zwijgen en kijken
Naar de kust van Afrika ja
Daar zal de wind me de zee op jagen
De blauwe golf me verder dragen
Tot ik er zonder me nog iets af te vragen
Zingend in verga, ja
Ik rij naar het land van de maagd en de gebarsten stemmen
Dat mengsel van boete, verering en toornige lust
Waar aan de rand van het moeras de onaantastbare
vrouwen dansen
Zich draaiend en stampend van hun zuivere hartstocht bewust
Ja, daar met je paard door de delta rijden
De aarde ruiken, aan de sterren lijden
Met boeren praten, bij vuren waken
Ergens langs de kant
Ja, daar ga ik verder in de piepende morgen
Het heden helder, het verleden bedorven
In de verzoening met het verlies geborgen
Op doortocht gestrand
Ik rij naar de stad waar ze eens op aan kwamen varen
In wrakkige boten vol honger, verwachting en hoop
De oorlog van het geloof in hun helse gebeden
Klaar voor de macht, de glorie en de dood
Ja, daar wil ik leven, daar moet ik lopen
Het laatste hemd van mijn lijf verkopen
Daar zal ik drinken, zwijgen en kijken
Naar de kust van Afrika ja
Daar zal de wind me de zee op jagen
De blauwe golf me verder dragen
Tot ik er zonder me nog iets af te vragen
zingend in verga, ja