Fragmenten Uit Het Leven Van De Heer En Mevrouw Jansen
Hij:
Ik ben Jansen met zijn einddiploma van de HBS
Ik ben Jansen en ik zoek een baan
'k Heb geen geld en ik heb geen humor
Verder gaat het mij heel best
'k Zal me toch wel door het leven slaan
Als ik later eens zou trouwen
Leg ik beslist een loper op m'n trap
'k Draag een puntboord en slobkousen
Als bewijs van Nederlanderschap
Zij:
Ik ben Tine met haar einddiploma van de HBS
Als een man mij aanziet word ik rood
'k Heb geen geld en ik heb geen humor
Verder gaat het mij heel best
Ik wil werken voor mijn eigen brood
Als ik later eens zou trouwen
Leg ik beslist een loper op de trap
'k Draag op reis een rieten mandje
Als bewijs van Nederlanderschap
En zo leven er dan twee mensen
Die als vanzelfsprekend voorbestemd zijn elkander in
het leven te
vergezellen
Hij:
Wij huren een huisje met een tuintje
Voor de ramen de gordijntjes
Anders zien ze ons aan tafel gaan misschien
Zij:
Wij hangen in ons achtertuintje
Voor de was een rijtje lijntjes
Opdat iedereen de zindelijkheid kan zien
Hij:
Tine, als wij samen trouwen
Leggen wij een loper op de trap
'k Zal de kinderwagewn douwen
Als bewijs van Nederlanderschap
Overal heerst onrust in de landen
Nergens gaat het meer zoals het moet
Landen waap'nen zich tot aan de tanden
Heel de wereld staat voor een bankroet
Mensen zijn elkander aan 't vermoorden
Revolutie staat al op de stoep
Niemand durft het einde te voorspellen
Maar de Jansens eten soep
De Jansens:
Wij zijn de Jansens en wij eten soep
Wij eten soep, omdat wij daarvan groeien
Al staat de revolutie op de stoep
Daar kunnen wij ons immers toch niet mee bemoeien
Hij:
Zo weten wij met ere
Ons goed te conderveren
Wat geeft het of de wereld sterft
Als 't ons maar niet bederft
Zij:
Door niets worden wij meer geraakt
Want wij zijn levend ingemaakt
Conserven die bederven niet
Zoals u ziet
Samen:
Hier zitten de Jansens en zij eten soep
Zij konden moss'len zijn, dat is om het even
Maar het zijn Jansens, en zij eten soep
Als enig teken dat zij allebei nog leven
En als dan eindelijk te tijd zover gekomen is dat de
Jansens het
tijdelijke
met het eeuwige hebben verwisseld, dan vindt u ergens
in een stoffige kast
een foto-album
De tijd gaat snel: U zag zoeven
De Jansens nog geheel in leven
Thans zijn de Jansens reeds abstract
En in dit album opgeplakt
En toch is tussen toen en thans
't Verschil niet eens zo groot
Toen leefden deze Jansens nog
En tegenwoordig zijn ze dood