Zelfverzonnen licht
Ze moet elke morgen kiezen
Welke bril ze dragen zal
Ze heeft zoveel te verliezen
Want ze ziet het overal
Dus ze neemt de zwartste glazen
Want dan ziet ze bijna niets
Dan ziet ze niets
Want met haar ogen dicht kan ze er tegen
En met haar ogen dicht kan ze ’t aan
Wat met haar ogen open
In de schaduw ligt
Is aan ‘t zonnen
In zelfverzonnen licht
Want ’t is zonnig
In zelfverzonnen
Ze wil ‘t allemaal niet weten
Wil niet meer zien
Wat er met ‘r is gebeurd
Als het zwart is weggesleten
Dan misschien
Wordt de rest pas ingekleurd
En dan opent ze haar ogen
In een helder ogenblik
Wat een blik
Want met haar ogen dicht kan ze er tegen
En met haar ogen dicht kan ze ’t aan
Wat met haar ogen open
In de schaduw ligt
Is met gesloten ogen
Aan ’t zonnen
In zelfverzonnen licht
Want met haar ogen dicht kan ze er tegen
En met haar ogen dicht kan ze ’t aan
Want met haar ogen dicht
Ziet ze geen regen
Maar is het zonnig
In zelfverzonnen licht
Want ’t is zonnig
In zelfverzonnen licht
Kan ze ’t aan
En laat ze ’t gaan
Of blijft ze zonnen
Ze blijft zonnen man
In zelfverzonnen licht
Want het is zonnig
O zo zonnig man
In zelfverzonnen licht
’t Is zelfverzonnen licht
‘t Is zelfverzonnen licht