Zij waren altijd samen
Zij waren altijd samen
Als zij het verkeerd gedaan hadden
In de herfst
Als zij in de lente lagen
Als zij fietsten
Want de zomer gaat voorbij
En de winter is niet eenzaam
Als hij ziek was en in zijn hand
Lag als een geschenk de ander
Als zij ziek in bed lagen
En het bed de huifkar was
Van hun vrees
Als het bed de vallei was van hun
Juichen en het lichaam rustte
Als de dagen lang werden
Zij waren altijd samen