De weg
Kan nauwelijks wat zien, door de waas voor m'n ogen
Lijkt alles gelogen, al 't mooie lijkt dood
'k heb zelfs de kracht niet, om op te geven
Al wil ik 't niet, het leven gaat door
We leefden ons leven om samen te sterven
De bergen beklommen, en de dalen gedeeld
In t diepst van de nacht, zelfs de zon laten schijnen
Niets wat niet kon, en niets was teveel
We wilden geloven in t eeuwige leven
ons samen verscholen, en wanhopig getroost
We hebben de waarheid, zo diep als 't kon begraven
Ik was met 'n engel, zolang het mocht
Waar jij verscheen, scheen de zon met je mee
Geen tijd voor verdriet, maar elke dag omarmd
En altijd vrolijk, hoe jij dat voor elkaar kreeg
Met oneindig veel moed, t leven is niet fair
De dans gedanst op 'n zilveren tapijt
Met jou dicht bij mij, de verloren tijd beweend
Doelloos verzonken, en dronken
en niets dat niet mocht, met 2 door de tijd
de tijd heen, midzomernacht droom
Waar jij verscheen, scheen de zon met je mee
Geen tijd voor verdriet, maar elke dag omarmd
En altijd vrolijk, hoe jij dat voor elkaar kreeg
Met oneindig veel moed, 't leven is niet fair
Jouw stralende lach en je mooie gedichten
Jouw tedere woorden, je onverwoestbaar krachtige wil
Je hebt je noodlot steeds het hoofd gebogen
Tot het eind geloofd in...jouw idee van geluk
jouw idee van geluk, ik ga niet weg
ik heb nog wat tijd gekregen
't zal altijd maar doorgaan tot aan het eind
ik heb je voor altijd m'n hart gegeven
ik draag je bij me, tot het licht straks dooft
ik draag je bij me, tot het licht straks dooft