Kersenboom
Wat hier wordt aangeheven is een lied omtrent mijn oom
Hij had z'n hele leven een konijnenfarm gedreven
Zijn voornaam luidde Steven en hij had een kersenboom
Ook wil ik u verhalen van een vreemde leptosoom
Afkomstig uit Westfalen, en nog andere vandalen
Die altijd kersen stalen uit m'n oom z'n kersenboom
En laat ons niet vergeten dat er door een astronoom
Een man dus die kon weten van de sterren en planeten
Niet zelden werd ontbeten van m'n oom z'n kersenboom
Naast al die schobbejakken was er ook een oude gnoom
Gekleed in jute zakken, deze kwam geen vruchten pakken
Maar voedde zich met takken uit m'n oom z'n kersenboom
Aldus hoort u mij klagen in mijn typisch idioom
Dat deze pombofagen met hun bodemloze magen
Voortdurend kwamen knagen aan m'n oom z'n kersenboom
Nu zult u wel beweren: "Ach, 't is alles maar een droom"
Toch kan ik u bezweren, ja, ze haalden zelfs de peren
De veren en de kleren uit m'n oom z'n kersenboom
En wie zich mocht begeven naar de woonplaats van m'n oom
Kan nog een stuk of zeventien atomen rond zien zweven
Die over zijn gebleven van m'n oom z'n kersenboom
Hoe kan men nu genieten van een kersenboom-atoom
Ontdoe hem van z'n sprieten en verdelg de parasieten
Waarna u af kunt gieten, dien hem op met koude bieten
Een flinke portie frieten en een liter zure room