Dollevie Zallevie en ik
Dollevie zallevie en ik
We zijn twee gabbers
Me bennen twee zwabbers
Dolf en ik
Dollevie zallevie en ik
Gaan door het leven
Als volle neven
Dolf en ik
Maar geen van ons tweeën
Die wordt er ooit rijk
Me lopen steeds in zeven sloten tegelijk
Dollevie zallevie en ik
Gaan altijd samen
Door roeien en ramen
Dolf en ik
Toen ik m’n gabber voor ’t eerst ontmoette
Lag ie met z’n voeten
Op m’n bank
In het park
Nadat ik hem een half uur lang had uitgefoeterd
Zei ie ben je betoeterd
Ga nou gauw
Rare hark
En effe later lagen wij toen met z’n beien
Op de keien
Te bakkeleien
En tot slot keken me toen
Diep bewogen
In elkanders
Blauwgeslagen ogen
Dollevie zallevie en ik
We zijn twee gabbers
Me bennen twee zwabbers
Dolf en ik
Dollevie zallevie en ik
Gaan door het leven
Als volle neven
Dolf en ik
Maar geen van ons tweeën
Die wordt er ooit rijk
Me lopen steeds in zeven sloten tegelijk
Dollevie zallevie en ik
Gaan altijd samen
Door roeien en ramen
Dolf en ik
Dollevie zallevie en ik
We zijn twee gabbers
Me bennen twee zwabbers
Dolf en ik
Dollevie zallevie en ik
Gaan door het leven
Als volle neven
Dolf en ik
Dolf en ik